Wie ‘ik’ schrijft, heeft wat uit te leggen

Wie ‘ik’ schrijft – in een essay, bijvoorbeeld, heeft nogal wat uit te leggen. Hoe vertrouwd je eigen ik ook is, een onbekende lezer kent je niet.

En om het maar even bot te stellen: weinig lezers zullen zomaar geïnteresseerd zijn in jouw ‘ik’, tenzij je al bekend voor hen bent – als BN’er of als intimus.

Hieronder een aantal ongelijksoortige aanwijzingen en gedachten over het stileren van ‘ik’.  Gebruik ervan wat handig voor je is. Negeer vooral ook alles wat niet passend is.

Wat weet de lezer van jou?
Ik las De fundamenten van Ramsey Nasr, en het viel me op dat ik zijn teksten invul met wat ik uit andere media al vaagjes van hem weet: veertiger, man, acteur, dichter. Uit dit boek maak ik op: ah, wonend in een appartement, centrum Amsterdam, op de fiets naar de Stadsschouwburg voor zijn werk, alleen wonend.

Is dit soort kennis relevant? Interessant? Op detailniveau kun je achterhalen waarom soms wel. Een voorbeeld: uit pure corona-verveling en eenzaamheid draalt Nasr door zijn huis en stuit hij op een aantal lang vergeten dvd’s met klassieke films. Hij gaat ze bekijken. Eén ervan vormt stof voor nieuwe bespiegelingen. Zo creëert Nasr een verhaallijn. Was hij vader van drie kleine kinderen in Steenwijk, dan had hij die scene vast niet zó geschreven.

Wel persoonlijk, niet privé
Bedenk dat de lezer in principe niets van je weet. Dat hoeft ook helemaal niet, maar juist het essay biedt mogelijkheden om de lezer meer te verbinden met je gedachten, ideeën, ervaringen, via contact met de ‘ik’ van de schrijver.
Kijk daarom eens naar die ‘ik’ in je tekst. Schrijf op wat de lezer van deze ‘ik’ te weten komt. Soms is het te veel: dan staat er persoonlijke informatie in die particulier of privé is, alleen voor jou zeer betekenisvol maar voor de lezer irrelevant. Schrappen!

Situeer je ‘ik’ radicaal in de wereld
Meestal geeft een essay in eerste versie te weinig informatie over de ‘ik’. In dat geval: probeer je ‘ik’ radicaal te situeren in de wereld: plaats, tijd, lichaam, leeftijd, kleur, karakter – welke van deze en vele andere mogelijke kenmerken van de ‘ik’ kunnen bijdragen aan een kleurrijker, interessanter en vooral informatiever perspectief?

Blind date met je lezer
Soms helpt het om je een lezer voor te stellen, bijvoorbeeld iemand die je niet persoonlijk kent maar waar je wel graag contact mee wil krijgen.
Wat zou je tijdens een blind date met die persoon dan over jezelf vertellen?
Dit gedachte-experiment leidt juist soms weer tot te veel particuliere informatie, maar het kan je wel helpen om je vooronderstellingen over ‘wat iedereen al van je weet’ scherper te krijgen.

Stileer vervolgens die kenmerken radicaal: gebruik bijvoorbeeld één veelzeggend detail, denk aan ‘vertonen, niet vertellen’.

Hoe verandert ‘ik’?
Nog een andere manier om naar je ‘ik’ te kijken: maakt de ‘ik’ een ontwikkeling door – of blijft die gedurende het essay statisch, onveranderlijk? Je kunt als schrijver de vloeibaarheid van het ‘ik’ heel goed gebruiken om je essay te transformeren tot het verhaal van een reis. Een statisch ‘ik’ kan makkelijk vervallen in een alwetende verteller – een saaie predikant.

‘Ik’ heeft temperament
Misschien is je ‘ik’ slechts een stem. Zorg ervoor dat die dan geen ‘voice from nowhere’ is, maar een persoonlijkheid: flegmatiek of juist driftig, bekommerd om de wereld of juist ervan gedistantieerd, gedeprimeerd of juist verwachtingsvol.
Probeer vervolgens die karakterisering terug te laten komen in het ritme van je zinnen. Kort, staccato, meanderend, met veel ritmewisselingen of juist zeer regelmatig, als aanspoelende golven op een strand in de zomer.

Schrap ‘ik’ zo vaak als kan
Als je tevreden bent, zo min of meer, ga dan met een nog technischer oog kijken naar je ‘ik’. Markeer alle keren dat je ‘ik’ gebruikt en kijk eens of je het vaker kunt schrappen.
Het hele essay is immers al vanuit een ‘ik’ geschreven, dus kan het woordje ‘ik’ er ook nog vaak uit. Op een boek staat meestal ook niet Dit is de titel. Ander voorbeeld: ‘Ik las dat x schreef over een fietsreis naar y’: ‘x fietste naar y.’

Namens wie schrijf je?

Een deskundige blik op je schrijfplannen?